Nawoord – Over de poëzie

Nee, toch geen toverspreuken. Wel bezweringen, weet ik sinds de laatste bundel van Joost Zwagerman. Poëzie is misschien wel het meest eigen wat er is. Mensen die opschrijven wat ze voelen, wie ze zijn.
Hopelijk voorbij alle clichés en ontstegen aan de beelden die zeggen wat wel en niet poëzie is… Natuurlijk is de ene dichter vaardiger of herkenbaarder dan de andere. En natuurlijk zijn er genres en vormen die beter begrepen worden dan andere. Maar iedereen die poëzie schrijft is per definitie het aanhoren waard.
Schrijf ik over Zeeland omdat ik mij aan Zeeland ontworsteld heb? Heb ik het over jou en mij omdat ik mijn identiteit wil spiegelen aan hoe jij mij ziet? Gebruik ik woorden die wij delen? Heb ik een nieuw verhaal ontdekt?
Zo las ik Geerten Gossaert, Martinus Nijhoff, Slauerhoff, Hendrik Marsman, Adriaen Roland Holst en Gerard Reve. Lucebert en Ida Gerhard volgden later. Toen Rutger Kopland en Hans Favery. En nog veel later: Sylvia Hubers, Ellen Deckwitz, Lieke Marsman en anderen.
Leer je mij kennen in mijn gedichten? Natuurlijk niet!
Vind je mijn poëzie de moeite waard? Dank je. En meteen voeg ik er aan toe: ik schrijf ook graag voor jou!